Mensen die hun vingers verbranden kunnen niet met vuur spelen.

Oscar Wilde


24 juni 2015

Distance today

Total distance

Weather


DAG 80

25 Km

2114 km



Previous daily reports: click Belgium, France, Spain.


Sleeping: Refuge, Villafranca


Walking with: Gerry en Wilma


Route:

  • Ponferada
  • Villafranca

Al 80 dagen onderweg en nog niet verder dan Spanje! Jules Verne kon op die tijd rond de wereld. Ondanks het feit dat we nog in Europa zijn, komt de wereld wel tot ons... van overal komen de caminogangers!

We bieden Gerry en Wilma een lekkere maaltijd aan in een piepklein restaurant ver van de grote pleinen en de kruisvaardersburcht. Voor geen geld eet men hier als een koning. We praten wat met de uitbater... neen niet in het Spaans maar in het Italiaans. De brave man is voor Franco-het-varken gevlucht en op zijn achtiende naar Austalië vertrokken, reisde heel de wereld rond en is voor de laatste jaren van zijn carrière kok.

Na de maaltijd wandelen we terug naar onze tiensterrenrefuge en gaan we naar het fameuze Sint-Jansfeest. We wachten lang en zien hoe Spanjaarden briefjes in de brandstapel gooien. Ook ik krabbel wat kernwoorden op een stukje papier en gooi ze er eigenhandig in. Weer een heidense praktijk waar ik me goed bij voel en waarvan ik de symboliek wél versta.

 

We merken ondertussen op dat we géén van onze kamaraden medepelgrims zien op dit opmerkelijk feest. De sukkels zitten waarschijnlijk vast in de refuge die door de Zwitsers wordt uitgebaat. Herman vertelde ons gisteren al dat ze zeker even streng zijn als proper. Om 22.00 u.: toe is toe. De “hospitaleros” van de Zwitserse refuge dragen een opvallend T-shirt en die zijn hier anders wél. Vermoedelijk om te controleren of geen van hun “gasten” uit hun coffre fort is ontsnapt. Eigenaardig volkje toch. 


Rond 23 uur komt de brandweer de stapel in brand steken. Inderdaad in Spanje zijn het de pompiers die vuurtje stoken. Wie het hier straks gaat komen blussen, weten we niet. Het spektakel is grandioos! Minstens een dikke 10 m³ droge dennenplanken in vuur en vlam. Als het vuur op z’n geweldigst is, beginnen ze allemaal rond het vuur te lopen. Ook wij doen mee. De gensters van het vuur dragen ondertussen al onze intenties mee naar boven. Ik ben alweer onder de indruk.

En dan gebeurt wat ik in mijn wildste dromen nooit had durven hopen. De schooljeugd komt te voorschijn – ze zijn al een kleine week met vakantie  en werpen al hun boeken en schriften, taken en toetsen gewoon ronduit het vuur in! Super! Een Spaans archief! Zo moeten we het ook doen! Mijn voorstel is daarmee het schooljaar te starten. Verbranden die handel die leerlingen belet ook maar iets nuttigs of belangrijks te leren.

Als de stapel herleid is tot een hoop van één meter en een doorsnede van 3 meter beginnen de stoerste waaghalzen er over te springen. Soms raakt één van hen de stapel gloeiende kolen met de tippen van zijn tenen. Dit moet ik ook proberen... en het lukt. Neen niet over de grote berg kolen maar over een kleiner hoopje dat de brandweer er uit had geschept.

We staan later op dan normaal omdat het feest wat is uitgelopen. Bij ons vertrek smeult het vuur nog na... neen niet van de tonnen hout die hier werden verbrand maar van de intenties die de mensen erin smeten!

De tocht vlot goed. Vlak buiten de stad horen we de sirenes van een kazerne luid loeien. Zou dit een eresaluut zijn? We moeten ons ook nergens iets van aantrekken: Wilma en Gerry zorgen vandaag voor de overnachting.

Ondertussen worden de caminogangers alsmaar gekker. We zien een fietser met een karretje waar een hond in opgesloten is, een andere die zijn muziekinstrument meesleept, een gitaar in haar zware koffer. Hij mag van geluk spreken dat hij geen orgel speelt. Een andere wandelaar houdt zijn wandelstokken alsof het groot uitgevallen breinaalden zijn.

Het pad loopt langs kleine bergdorpjes en door schitterende wijngaarden. We hebben de grote steden achter ons gelaten en daar zijn we blij om.

Bij aankomst in Villafranca vernemen we dat Tom naar ons gevraagd heeft. Ik had een heel goed gesprek met hem in Logrogno. Het noodlot heeft toegeslagen: zijn broer is omgekomen op de Camino. Zijn familie wenst dat hij verderloopt en dat zou zijn broer ook gewenst hebben. Hij draagt nu een kruis mee dat hij bovenop de fatale berg wil neerplanten.

 

We bieden Tom aan om in ons gezelschap te stappen. Alleen zo’n zware tocht maken, is totaal niet verstandig. Hij ziet het in en aanvaardt ons voorstel.