1 day to arrive in Santiago. 


8 augustus

Distance today

Total distance

Weather


Dag 34

22 Km

828 km



Walking with:


Route:

  • Sobardo
  • Arzua

Om 21 u lagen we al te slapen, de vermoeidheid laat zich voelen, de warmte zeker ook. We konden het al niet meer houden van de warme tegen de middag. Een avondmaal neem ik niet en verontschuldig mij bij Eliane en Frankie en ga nog vroeger slapen.

 

In deze herberg slapen alleen mensen die de volle € 10 willen betalen om te slapen… de rijken dus. Geen last van vervelende mensen die ’s ochtends met heel hun hebben en houden aan het worstelen zijn en vooral, vooral met zichzelf niet overweg kunnen!  

 


 

 

De ochtend is fris en de zonsopgang op de torens van de abdij is majestueus. We zien het Duitse meisje terug dat we vlak voor Santander zagen in de refuge voor Guemes. Ze geeft grif toe dat ze tot tweemaal toe de bus had genomen maar we zijn zo blij elkaar terug te zien. In haar gezelschap loopt ook Austin, een Amerikaan uit Detroit. We geraken in gesprek en die man heeft quasi alles gedaan wat om m’n verlanglijstje staat: De Annapurnatour in Nepal, de trip naar Cuzco en de Incastad, het bezoekje aan de Paaseilanden en zéker ook de trip naar Patagonië. Over alles kan hij bruikbare informatie geven en spreekt hij met veel bewondering. Hij is nu net veertig en doet daarvoor effe de Camino.

 

We stoppen onderweg aan het enige ongelooflijke cafeetje, opengehouden door een dame die even blind als doof is. De pintjes zijn koel en de bediening al even hartelijk. De dame heeft plezier in het feit dat ik zowel Eliane en Frankie als de andere drie Spaanse pelgrims binnenroep. Niemand herkent dit als een café…. Na een dik halfuur, madam stond daarnet al in de keuken te werken, komt een zéér ontevreden vrek, haar echtgenoot, vragen waar dan wel zijn lunch blijft. Mevrouw wordt aangemaand onmiddellijk verder te doen aan het déjeuner wanneer we er nog ééntje bestellen.

Ik loop uiteindelijk alleen door en spreek met Eliane en Frankie af op het feest van de “Pulpa” in Aruzua. Ze grillen halve varkensribben en koken hele ketels inktvis. De dames snijden verse frietjes en breken karrenwielen van broden. Het is duidelijk feest in het dorp en ze hebben op ons gewacht.

Na onze douches gaan we de stad in en zien hoe alle andere pelgrims hééééélder zakken met voedsel vanuit de supermarkt terug naar de herberg sleuren. Beweren ze dan dat dit goedkoper is dan wel gewoon tussen de “normale” pelgrims de maaltijd te nemen. Alle talen worden door elkaar geschreeuwd, niemand verstaat ook noch wat er wordt verteld, alsof noch iemand iets zou verstaan. Elkeen van de pelgrims denkt de ergste van alle tochten te hebben doorstaan, niet één van hen heeft meer dan vijfhonderd kilometer gedaan. Eén, slechts één parameter is er… als ze sandalen aan hebben en witte enkels hebben… dan alleen zijn het mensen die afstand afleggen… alle anderen zijn fake. Zou het niet beter zijn dat alle mensen gewoon altijd met sandalen zouden lopen? Dan pas zal de ene van de anderen worden onderscheiden.

In het stadje besluit ik snel naar de kapper te gaan. Van een belevenis gesproken. Ik was de eerste en kon onmiddellijke in de zetel. De kapper werk niet met schaar of kam maar met de tondeuse, tot daar geen probleem, wanneer ik door heb dat hij mij aan het kappen is én meer naar zijn TV-scherm kijkt én zijn nieuwe klanten begroet, begin ik me zorgen te maken. De ene klant na de andere komt binnen, "this is the place to be". Ik vraag, voor de allereerste keer in mijn leven om ook mijn vijf dagen oude baard of te scheren. Met een handigheid die alleen messenwerpers in een circus hebben begint hij met z’n Gillette, nog nooit was ik zo glad geschoren. Leve de barbier… van Sevilla.

 

We zijn terug in de gemeente waar Wilma zo lekker van de oortjes van de varkens had geproefd. Ver van Santiago zijn we niet. Even vermoeid? Zeker.