Onze laatste daguitstap gaat richting Lindau. In totaal staat er een tocht van een 40-tal kilometer op het programma. Via Friedrichshafen, waar we een snelle lunch nemen, rijden we naar Kressbronn. Een dikke 10 jaar geleden verbleven Bé en Stef hier. We nemen de tijd om even een aantal herinneringen op te halen bij een fris witbiertje. Vanuit Kressbronn fietsen we verder langs het meer en de verschillende badstadjes. Ze zijn allemaal even lieflijk en nodigen uit om volop te genieten van rust en vakantie. Van de oude boeren- en vissersdorpjes zijn sporadisch nog wat relikwieën behouden. Verder is alle activiteit hier gericht op toerisme maar op menselijke schaal. Geen hoogbouw op lawaaierige overbevolkte en vooral smerige dijken, geen loeiharde radio’s of over-verwende en voeten-stampende krijsende kinderen. Alles is hier rustig en sereen, de natuur heeft haar rechten behouden. In de rietbermen aan de oever zitten nog altijd meer watervogels dan er badende vakantiegangers zijn. Wat een verademing ten op zicht van Belgische kust!

Via een bruggetje bereiken we Lindau, een verstevigde middeleeuwse stad gebouwd op een landtong in het meer. De fietstocht viel zwaarder dan verwacht en besluiten dus wijselijk alvast een plaatsje op de boot terug te boeken. We slenteren lui langs de vele steegjes en pleintjes en laten ons graag verrassen door de charme van dit stadje….

 

In de vroege vooravond schepen we een laatste maal in en installeren ons op het bovendek aan een tafeltje, genieten van de avondzon en bestellen twee Weissen, staren voor ons uit en observeren hoe vogels in V-formatie hun trek voorbereiden, ja morgen trekken ook wij verder, en maken ons vooral eens te meer de bedenking “Hoe rijk zijn we niet?”