ZION EN BRYCE CANYON
Zoals gebruikelijk is het ontbijt goed verzorgd in het DaysInn hotel. Voor de eerste keer staan er zelfs wafelijzers die we zelf mogen bedienen. Desondanks smijt Carlo zich vol overgave op de emmer gefrituurde kip die ze gisteren als doggybag meekregen.
Het eerste park dat we vandaag aandoen is Zion. Wat ons meteen opvalt, is de zeer groene omgeving. Hier groeien meer dan alleen cactussen en vetplanten. Het landschap richting Zion heeft iets lieflijks… ruime weides met vee en paarden, grasvelden afgeboord met perfect witte omheiningen, kabbelende riviertjes. Sinds gisteren beseffen we maar al te goed dat water, leven is. En onze DJ? Die speelt “Green, green gras of home”! Hij slaagt erin onze gedachten in muziek om te zetten. Zijn playlist is ondertussen trouwens al meer dan 14 uur lang!
De patissier van dienst bakte van het natuurpark “Zion” een heerlijke mille-feuilles. Het gesteente is net een bladerdeeg opgebouwd uit laagjes koek gebakken van rood tot bruin, afgewisseld met laagjes lichtroze. Hier en daar staan herten ongestoord te grazen. Hoe groot is het verschil tussen wat we gisteren beleefden?
Onderweg naar Brice Canyon luisteren we naar Space Oddity van David Bowie. Ook nu is de muziek weer meer dan aangepast. Hoe “odd” zal het volgende bezoek worden?
Brice Canyon is niet in woorden te vatten. De Canyon wordt gevormd door honderden en honderden Hooddoo’s, rechtopstaande rotsen van wel 300 meter hoog. De kleuren variëren van lichtroze, helrood tot diepbordeaux. In dit woud van monolieten krijgen de meest markante formaties een specifieke naam: De hamer van Thor, Het venster, De brug.
Flip kent de canyon op zijn duimpje en weet precies hoe hij ons deze natuurpracht met mondjesmaat moet toedienen. Hij beseft beter dan wie ook dat de ervaring overweldigend is en dat het dus héél geleidelijk en met mate moet worden aangeboden.
We krijgen een eerste overzicht vanuit een “vista point”. Het wordt ons duidelijk dat de Red Cathedral van gisteren hiertegen niets is. Voor de zoveelste keer moeten we toegeven dat déze nieuwe ervaring dé sterkste is. Moeder Natuur trakteert ons bovendien nog op een klank- en lichtspel. Er breekt een onweer los aan het andere eind van de vallei. We horen het zwaar donderen en bliksemen maar blijven toch nog even droog.
Het onweer komt onze richting uit maar dat kan ons niet tegenhouden. Na de lunch staan we op een tweede uitkijkpunt vanwaar we mensen de canyon zien intrekken! Hoe gek moet je zijn om langs deze steile kliffen naar beneden te lopen? Geen half uur na deze bedenking sta ik zelf met knikkende knieën aan het begin van het pad. Toch kunnen de makkers me overtuigen om mee tot in het diepe dal te gaan. Er bestaan geen adjectieven om te beschrijven hoe mooi dit is en zeker ook geen werkwoorden die toelaten deze ervaring te beschrijven. “Humbling experience”, vertelde me een dame in Sequoiapark… deze ervaring is anders maar minstens even sterk.
Het steile pad leidt ons eerst naar beneden. Achter elke bocht schuilt een nieuw adembenemend zicht, elke keer opnieuw staan we versteld, als we dachten het mooiste gezien te hebben worden we alweer weggeblazen door een ander perspectief… Ik besef plots wat een voorrecht het is om hier te mogen lopen, om dit te mogen ervaren.
Op de felrode rotsen steken de diepgroene dennenbomen af, leven is hier wél mogelijk. De kleine frivole goudmanteleekhoorns houden ons gezelschap en stelen de show. Dit is hun habitat en ze nemen de honneurs ook met verve waar. Ze laten zich fotograferen, gaan maar al te graag op hun achterste pootjes paraderen en komen tot aan onze voeten om ons dan uit te nodigen een eindje met hen mee te lopen. Zij zijn thuis en wij zijn hier tenslotte hun bevoorrechte gasten.
We ronden het bezoek af met een laatste “vista point”. De rotsformatie die ik nu te zien krijg, doet me spontaan denken aan de Sagrada Familia in Barcelona. Gaudi haalde duidelijk hier zijn inspiratie om zijn twee monumentale torens te tekenen. Niets mooiers dan de vormen uit de natuur, ooit al eens knalrode stalagmieten gezien van honderd meter hoog? Gaudi maakte twee torens… hier staan er honderden. Yet another humbling experience!
Een halfuur later rijden we door het dorp waar Lucky Luke ook al zo dikwijls binnenreed. Flip parkeert de wagen en vertelt ons: ”Hier is het!”. Zaaaaalig we slapen rechtover een onvervalst Saloon, naast het hotel is een Liquor Store… en straks zit ik aan de toog met het spook van Butch Cassidy!
In afwachting van onze bestelling doen we snel een BBQ-sausquiz. Ze hebben hier hun eigen recept en willen dat natuurlijk niet geven. Azijn, honing, tijm, oregano, pilipili en cayennepeper… zover zijn we geraakt. Om het zekere voor het onzekere te nemen, besluit ik toch een fles van hun saus te kopen voor de BBQ die we zullen houden na de reis.
We besluiten de avond in garage van het hotel waar we eerder al de wagen mochten stofzuigen. Het volledige hotel is gewoon verlaten, de deuren staan open, niemand schijnt er iets om te geven. Sommige beslissen nog een verbeterde cola te drinken, ik neem nog een Bud. Stef was deze namiddag een krat gaan halen. Tot onze grote verbijstering moeten we vaststellen dat de Bud hier geen 5,2 % maar slechts 3,2 % is. Als ik dus niet uit smaak maar zuiver voor de alcohol een pintje wou drinken, zou ik dus beter af zijn met de BudLight die we frauduleus importeerden uit Californië. Begrijpen wie begrijpen kan!
Rond dik 23.00 u. gaan we slapen. Frankie beweert dat de politie voor de deur staat. Ik controleer maar moet vaststellen dat het jaren 50’ reclamebord voor ons hotel staat te flitsen in pure Las Vegasstijl, de straat is al uuuuren verlaten! Dit hotel is de zaligheid zelve!