De Calima is een strakke wind die vanuit Afrika de Canarische eilanden teistert. Met zeer hoge snelheid beukt de wind genadeloos in op de eilanden. Bovendien is de wind geladen met stof en zand uit de Sahara waardoor hij binnen de kortste keren het anders zo rustige paradijsje herschaapt in een grote zandbak. De weinige mensen die dit weer trotseren lopen met maskers voor de mond om zo te vermijden te veel van het stof binnen te krijgen. We proberen toch buiten te ontbijten maar moeten van onze poging afzien omdat de boterhammen letterlijk rond onze oren vliegen.

Frankie en ik laten het niet aan ons hart komen en beslissen na een snelle duik in het zwembad – dat we nota bene volledig voor ons alleen hadden - toch te vertrekken richting Los Cristianos. Het beste brood uit de buurt wordt er door een Belgische bakker gemaakt. Niemand op het eiland heeft ooit zo’n zware storm meegemaakt. Mensen die al meer dan 20 jaar naar het eiland komen kunnen zich niet herinneren dit ooit te hebben meegemaakt. De lucht is oranje en het licht is heel eigenaardig. Het heeft iets apocalyptisch.

 

Onderweg stoppen we even om iets te drinken maar kunnen dit niet doen op een terrasje. Veel zaken op de dijk zijn trouwens ook gesloten… iets wat Frankie zich ook niet kan herinneren.

De avond brengen we door in het gezelschap van andere landgenoten die ook afzakten naar bar “Manneke Pis”.. Tegen de klok van 9 zijn we terug in het appartement om de volgende aflevering van “over water” te volgen. Het ontbreekt ons hier aan niets… zelf de televisie heeft de zenders die we thuis gewoon zijn. Eén van de items tijdens het VTM-nieuws was trouwens de Calima…. De storm blijkt danig zwaar te zijn dat luchthavens gesloten zijn en vluchten werden afgelast.