De morele mens houdt van zijn ziel,

de gewone van zijn bezit.

Confucius


6 juli

Main visits

Weather


Dag 2



Sleeping: Howard Johnson Paragon Hotel Beijing.


Hoe begin je aan de ontdekking van een stad als Peking? 23 Miljoen inwoners, de eerste stadsring (nummer 2) is 32 kilometer lang en omringt de Verboden Stad. Gaandeweg hebben de Pekinezen nieuwe ringwegen moeten aanleggen om aan de eisen van de uitdijende stad te voldoen. Ondertussen is men volop aan het bouwen aan ringweg nummer 7 die een omtrek van maar liefst 1000 km zal hebben. Heeft u nu een beter idee van de kolossale omvang van deze eeuwenoude metropool en vooral... heeft u het besef van de Herculiaanse opdracht die ons de komende dagen te wachten staat? 

Om ons te helpen bij de exploratie van zo’n reus hebben we voor onze vier dagen in Beijing de hulp gevraagd van Lisa. Ze is een pur sang Urbain Survival Expert van Beijing en heeft met volle overtuiging haar taak opgenomen. 

Na een grondige controle aan de douane, de scanning van paspoorten, controle van de visa en het digitaliseren van onze vingerafdrukken, kunnen we onze bagage recupereren en aan de tour beginnen. 

Tijdens de rit naar ons eerste bezoek krijgen we een korte introductie tot de Chinese geschiedenis en een aantal survivaltips. Hoe vals geld herkennen? Hoe echte van valse taxi’s onderscheiden? 

Onze eerste stop is aan het stadion dat werd gebouwd voor de Olympische Spelen van 2008. Het volgelneststadion is slechts één schakel in de volledige infrastructuur die nodig was om de Spelen te mogen organiseren. Zwembaden, zevensterrenhotels en zo veel meer infrastructuur werd in een recordtijd gebouwd. Kameraad Lisa declameert met opgeheven kin en fiere, duidelijke ontroerde stem in de micro van onze luxe VIP-bus: ”Onze bevolking heeft met een grote zin voor zelfopoffering de gronden hunner grootouders dankbaar gerestitueerd aan de staat om ze ter glorie van diezelfde staat aan te wenden voor doeleinden ver buiten de eigen ambities, het verzaken van ons eigendomsrecht is een privilege voor onszelf en het nageslacht.” Hmm… ik herinner me andere beelden uit reportages over dit thema. Maar bon. 

Het vogelneststadion is echt wel de moeite, architecturaal een gedurfde zet maar eigenlijk wel mooi. We zijn allemaal een beetje gejetlagd en lopen er toch wel wat suf bij… de nacht was kort en de navelstreng met thuis nog niet helemaal doorgeknipt. 

Na check-in in het 5-sterren Howard Johnson hotel gaan een aantal een “powernap” doen terwijl de anderen naar een vorm van lunch opzoek gaan. We kennen de buurt niet, weten dus niet goed waar naar toe en eindigen dus bij de universele waarde van de anti-gastronomie: Mc Donald. Iedereen weet dat ik daar nooit binnenstap maar nood breekt wet. Gelukkig biedt de menukaart me een waardige uitweg: in deze Amerikaanse fastfood keet kan men ook een traditionele Cantonese maaltijd bestellen, weliswaar met USA-twist: rundsvlees in oestersaus, gestoomde groentjes, rijst en frieten met ketchup en Coca-Cola.

We zoeken te vergeefs een knus terrasje maar eindigen uiteindelijk op de 28ste verdieping van het Beinjing Grand International hotel. Het decor doet denken aan “the Great Gatsby”: glimmende marmeren vloeren, zware fluwelen gordijnen, gouden art-Deco motieven op de met zijde overtrokken wanden en vooral overmaatse grote fauteuils die ons uitnodigen om ons toch even in te nestelen en even  de riem af te leggen. Zullen we ons laten overhalen door een stijlvolle “afternoon tea”?
De bar en het restaurant bestaan uit twee delen: een vast gedeelte met bar/keuken en sanitair waar rond de tafeltjes op een ring gebouwd zijn die aan een slakkengangetje rond de vast gedeelte draaien. We sippen aan cocktail of jasmijnthee en staren voor ons uit… op de tijd van een kleine 30 minuten krijgen we 180° van de skyline van Peking voorgeschoteld… dit althans voor diegenen onder ons die hun ogen kunnen openhouden. 

Zo zie ik hoe de enorme torengebouwen de oude stad aan het opslokken zijn. Hier en daar kan men nog een paar oude huizen zien die hebben kunnen weerstaan aan het monster van de nieuwe stad. Ik denk spontaan aan het lied van Julien Clercq “La gande ville, mange la ville…” (Si on chantait). Blijkbaar heeft de regering deze Hutongs nu definitief beschermd en zelfs verkocht aan de superrijken. Voor een modeste woning betaalt men al snel een miljoentje dollar voor een huisje zonder sanitair, verwarming of airco. Voor dat geld is de eigenaar wél de wettelijk bezitter van de grond waarop het gebouwd is. In alle andere gevallen kunnen de Chinezen maximum voor 70 jaar eigenaar worden van hun huis.
Het valt me op dat zelfs in internationale hotels het personeel geen woord Engels spreekt of verstaat. Erger nog… zelf wat ik als internationale gebarentaal beschouw blijkt onverstaanbaar voor de Chinezen. Wat zou ik bedoelen als ik in cirkelvorm mijn rechter duim over mij rechter wijsvinger beweeg en daarbij ook nog pay, money zeg? Zij hadden er in alle geval niet het minste idee van! Hoe cultuurgebonden zijn gebaren dan wel niet? Zullen we het aan onze Italiaanse vrienden vragen?

 

Op weg naar het hotel stappen we een supermarkt binnen en zien hoe stapels gedroogde en vacuümgetrokken Peking eend aan het cliënteel worden aangeboden. In hun ruime assortiment quasi onherkenbare en vermoedelijk nauwelijks eetbare voedingswaren herkennen we halve varkenspoten, gedroogde eenden tongen, in rode saus zwemende vis filets in de rekken liggen. In de koeltogen liggen alle vormen en maten van worsten en salami. Het is een hele belevenis een echte Chinese supermarkt binnen te stappen en van dit spektakel te genieten.

Bij het verlaten van de supermarkt stoten we toevallig op een koelkast met koude pintjes. Kunnen we dit aan ons laten voorbijgaan? No way! We kopen op goedgeluk wat blikjes bier en begeven ons naar de aanplantingen die vlakbij ons hotel werden aangelegd. We zitten letterlijk op het kruispunt van ring 2 en de straat van ons hotel. Zonder gêne, een woord dat in het chinees niet kan worden geschreven, gesproken of gespeld, gaan we tussen de “locals”  en andere haveloze hangen en genieten van de vaudeville die net bleek te zijn begonnen. Karikaturen van mensen spreken elkaar aan, de meest ongewone situaties gebeuren gewoon voor onze ogen… dit is het echte Bejing-leven. We bestuderen de blikken aandachtig en merken op dat in China niet het juiste maar wel het minimum alcoholpercentage op de verpakking moet worden vermeld. In het geval van de YanYing pintjes spreken we over minimum 3,5 % of meer. Ondertussen is het in Beijing beginnen sneeuwen. As sneeuwt het hier! De vervuiling van de stad is zo enorm dat de overheid heeft moeten ingrijpen. In 1946 reden er in Peking 2000 auto’s rond, vandaag 8 miljoen. 70,% van alle fabrieken werden al verhuisd ver buiten  de stad, in 2021 moeten ze allemaal weg.

 

We nemen het eerste avondmaal in een restaurant dat de specialiteit van deze stad serveert. Allerhande gerechten worden geserveerd op een ronddraaiende tafel, het ene is al exquiser dan het andere maar de écht ster van dit festijn is de eend op de wijze van Peking! Geroosterde eend met groentjes en oestersaus gerold in flinterdunne pannenkoekjes. Zalig. Bij het verlaten van het resto bezoek ik nog even het toilet en merk op hoe boven het urinoir een “no smoking”-sign staat met vlak er onder een rokend wierook stokje om de minder aangename geuren te bestrijden. Raar volkje, toch? 


Route: